Veel consumenten zal het worst wezen, maar particuliere beleggers kunnen er
niet omheen. Het verschil tussen opkoopmaatschappijen en hedgefondsen.
Opkopers halen bedrijven van de beurs, reorganiseren en verkopen hun prooien
met winst. Hedgefondsen zijn juist op de beurs actief. Zij beleggen op
allerlei manieren in aandelen en obligaties, vaak met behulp van
geavanceerde wiskundige modellen.

De koning van de opkopers is het Amerikaanse Kohlberg, Kravis &
Roberts, dat afgelopen jaar onder meer informatiemakelaar VNU van de beurs
haalde.

Een typisch hedgefonds is het in Londen gevestigde Centaurus, aandeelhouder
van onder meer industrieconcern Stork en kantoorinrichter Corporate Express.

Tot zo ver lijkt het overzichtelijk.

De Amerikaanse investeringsmaatschappij Carlyle behoort tot de grotere
opkopers. Carlyle was in 2004 betrokken bij het van de beurs halen van
oliebedrijf Petroplus en zat ook in het clubje dat afgelopen jaar
AEX-bedrijf VNU opslokte. Op donderdag 28 juni brengt Carlyle een eigen
beleggingsfonds naar de Amsterdamse beurs. Beoogde opbrengst: maximaal 525
miljoen dollar ophalen. Uitgifteprijs: tussen de 20 tot 22 dollar per
aandeel.

So far, so good. Maar wee, de argeloze belegger die denkt
dat hij met deelname in het fonds Carlyle Capital Corporation investeert in
door Carlyle ingelijfde ondernemingen. Niet dus.

Het fonds van Carlyle is een zuiver hedgefonds dat belegt in allerlei soorten
schuldpapier, zo blijkt uit het prospectus. Per 31 maart 2007 bestond vijf
procent van de beleggingen van Carlyle Capital Corporation uit zeer
risicovolle leningen. Zeg maar: linke soep. Wat anders in elk geval dan een
investering in kijkcijferspecialist VNU.

Van de totale beleggingsportefeuille van ruim zeventien miljard dollar
is 95 procent geïnvesteerd in hypotheken van Amerikaanse huiseigenaren. Die
zijn door banken als schuldpakketjes doorverkocht aan Carlyle. Het betreft
weliswaar hypotheekleningen waarvan de eigenaren een hoge kredietwaardigheid
genieten, maar toch.

De belegger die in het Carlyle-fonds stapt, stelt zich bloot aan de
Amerikaanse huizenmarkt en die staat er niet al te florissant voor.
Bovendien houdt het fonds van Carlyle uitdrukkelijk de mogelijkheid open om
alsnog geld te steken in hypotheekleningen van huiseigenaren met een zwakke
kredietwaardigheid.

Kortom, het fonds van Carlyle zit vol gepropt met beleggingen die
kwetsbaar zijn als de stroom van goedkoop geld die de wereldeconomie
draaiende houdt, opdroogt. Een scenario dat vooral centrale banken
angstvisioenen bezorgt. Dat het fonds van Carlyle de pijn van hogere
rentetarieven onmiddellijk voelt, geeft de investeringsmaatschappij zelf
toe.

Zo valt in het prospectus onder het kopje "recente ontwikkelingen"
te lezen dat Carlyle Capital Corporation tussen één april en 13 juni dit
jaar een waardeverlies van 28,9 miljoen dollar heeft geleden door "veranderingen
in de rentetarieven." Een eufemisme voor: de hogere rente. Dit verlies
is meer dan het dubbele van de 11,6 miljoen dollar winst die het fonds over
de eerste drie maanden van dit jaar boekte.

Ga er maar aan staan: riskant, riskanter, Carlyle.

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl